
Spreekwoorden: (1914)
Met spek schieten,d.w.z. liegen, opsnijden, met de leugenpees schieten (Harreb. II, 18 a); fri. mei spek scjitte, waarvoor men in Groningen ook zegt een spekkoegel op 't geweer hebben (Molema, 565 a); in het Haspengouwsch er onder schieten (Rutten, 200 a). Deze uitdr. wordt aangetroffen in het Boek ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Met spek schieten,d.w.z. liegen, opsnijden, met de leugenpees schieten (Harreb. II, 18 a); fri. mei spek scjitte, waarvoor men in Groningen ook zegt een spekkoegel op 't geweer hebben (Molema, 565 a); in het Haspengouwsch er onder schieten (Rutten, 200 a). Deze uitdr. wordt aangetroffen in het Boek ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.